Naam: De site is genoemd naar een houten navigatiebaken op driepoot dat nu is vervangen door een eenvoudige paal. Diepte: De bodem is doorgaans 5 tot 10 m diep in het zand. Zeeleven: De zittend fauna in de doorgangen en overhangen is erg kleurrijk. Er zijn veel anemonen, sponzen en crinoïden. Zwarte mosselen op de zandbodem verder weg kunnen grote groepen stekelige zeesterren ondersteunen. De buitenste riffen hebben grote aantallen gewone veersterren en kleinere aantallen elegante veersterren. Perlemoen (abalone) lijkt zich te herstellen, met een aantal kleine exemplaren verspreid over de riffen. Er is een grote verscheidenheid aan habitats met een breed scala aan inwoners. Fotografie: dit is een goede fotografische site, met een grote verscheidenheid aan zeewier, ongewervelde dieren en vissen. Macro- en groothoekapparatuur geeft meestal goede resultaten. Topografie: zandbodem met gesteente rif en grote rotsblokken, waarvan sommige het oppervlak breken. Er zijn een paar doorgangen tussen de rotsblokken ten noorden van de grote rots. De grote rots is aan de zuidkant behoorlijk steile, met een paar diepe spleten en overhangen. Iets verder naar het zuiden liggen verschillende middelgrote rotsblokken. Het zeewaartse uiteinde van de grote rots is ook behoorlijk steil, met een kleine grot, en bevindt zich op een lage, vlakke ontsluiting. Een heuvelrug van gemiddelde hoogte strekt zich uit voorbij deze ontsluiting, met een andere parallel enkele meters ten noordwesten ervan. Deze ruggen eindigen ongeveer 25 m ten oosten van de grote rots, en een grote steile rots die oprijst uit de zandbodem op 10 m, tot 3 m onder zeeniveau, staat iets verder. Daarachter is een groep lager gelegen steile ontsluitingen, ongeveer 8 meter verder naar het oosten. Er is een relatief hoge en kleine in het zuiden van de groep en een veel grotere, maar lagere in het noorden. De opening ertussen is ongeveer 2 m breed met een zandbodem. Ten noorden van deze rotsen is een gebied van de zandbodem op 10 m diepte met uitgebreide stukken zwarte mossel. Het rif dat zich uitstrekt voorbij de grote rots heeft een zandvlakte in het zuiden met enkele middelgrote en vrij hoge ontsluitingen. Het zand is hier los en vrij grof. Ten zuiden van de grote rotsen zijn er enkele grote en middelgrote ontsluitingen en rotsblokken, waarvan er een paar bijna de oppervlakte bereiken, en een uitgestrekt gebied van verspreide kleine rotsblokken en ontsluitingen met zandbodem ertussen, die rotsachtiger worden richting de kust.